Poes, poes, poes (Juffrouw, waarom is uw kat zo blauw)
Leen Jongewaard
Weet je nog, die keer in de lente, we liepen door de stad
Toen hebben we een kat gevonden, een hele blauwe kat
Blauw, blauw, hemelsblauw
"Melkboer, is die kat van jou"
De melkboer zei
"Die kat is niet van mij"
Poes, poes, poes, poes, poes-poes
Weet je nog, die keer in de lente, die kat zat aan een touw
We vroegen 't aan alle mensen: "Is die kat van jou?"
Blauw, blauw, hemelsblauw
"Bakker, is die kat van jou"
De bakker zei
"Die kat is niet van mij"
Poes, poes, poes, poes, poes-poes
Weet je nog, die keer in de lente, de juffrouw van de klas
Had aldoor lopen zoeken, zoeken in het gras
Blauw, blauw, hemelsblauw
De kat was van de schooljuffrouw
De juffrouw zegt
"M'n kat is weer terecht"
Poes, poes, poes, poes, poes-poes
"Juffrouw, juffrouw
Hoe komt uw kat zo blauw
Zo blauw als een vergeet-me-niet"
De juffrouw zei: "Dat weet ik niet
De katten die ik hou zijn altijd hemelsblauw
Blauw, blauw, blauw"
Poes, poes, poes, poes, poes-poes