Verloren
Vanaheim
Snijdende noordenwind start een eindeloze winternacht
Verenigd bij ‘t vuur na de strijd
Verruiming der geest heeft onze zielen alhier bijeen gebracht
De geest die terug staart in de tijd
Jaren uitzichtloos waar ijver almaar rijst
Een generatie verloochend, kleuren der leven vergrijsd
Dagen enerlei, een eindeloos cirkelgang
Ten lange lesten gevormd tot de bevrijdingssdrang
Gelijk een bloesem die eerstmaals zijn stam uit de bodem reikt
Zonder het daglicht haar bestrijkt
Met het uitzicht op leven evenwel haar takken spreidt
Ontbrekend aan zon en water bezwijkt
Zowaar richt ik tot u, de god die ik heb verjaagd
Verleen uw heerlijkheid, die eens onjuist is geslaakt
Eertijds levensvree, uw zang wordt zalig verstaan
Rijk geboren, doch van aard der wijsheid ontdaan