Le Corbeau Et Le Renard
Abrial Patrick
De Raaf en de Vos
Meester Raaf, op een boom gezeten,
Had in zijn bek een kaas.
Meester Vos, door de geur verleid,
Sprak hem ongeveer als volgt toe:
"Hé! Goedemorgen, Meneer de Raaf.
Wat ziet u er mooi uit! Wat lijkt u knap!
Zonder te liegen, als uw gezang
Verhoudt zich tot uw verenkleed,
Bent u de Feniks van de bewoners van dit bos."
Bij deze woorden voelde de Raaf zich zo blij;
En om zijn mooie stem te tonen,
Opent hij zijn grote bek, laat zijn prooi vallen.
De Vos grijpt het, en zegt: "Mijn beste Meneer,
Leer dat elke vleier
Leeft ten koste van degene die luistert:
Deze les is zeker een kaas waard."
De Raaf, beschaamd en verward,
Zwoer, maar iets te laat, dat men hem daar niet meer zou pakken.