Inverno
Adriana Calcanhotto
Winter
Op de dag dat ik het gelukkigst was
Zag ik een vliegtuig
Reflecteren in jouw blik
Tot het verdween
Van daar naar hier weet ik niet
Loop ik langs het kanaal
Schrijf ik lange brieven voor niemand
En de winter in Leblon is bijna ijzig
Er is iets dat nooit is opgehelderd:
Waar heb ik precies achtergelaten
Op diezelfde dag
De leeuw die ik altijd berijd
Daar vergat ik dat het lot
Altijd alleen met mij wilde
In een woestijn zonder heimwee, zonder spijt alleen
Zonder ketens, een dronken schip op zee
Ik weet niet wat in mij
Alleen maar wil herinneren
Dat op een dag de lucht zich met de aarde verenigde voor ons twee
Een beetje voordat het westen zich verbijsterde