Fado Português
Amália Rodrigues
Fado Portugees
De Fado is op een dag geboren
Toen de wind nauwelijks bewoog
En de lucht de zee verlengde
Aan de reling van een zeilboot
In de borst van een zeeman
Die, verdrietig, zong
Die, verdrietig, zong
Oh, wat een schoonheid zo groot
Mijn grond, mijn heuvel, mijn vallei
Van bladeren, bloemen, gouden vruchten
Kijk of je Spaanse landen ziet
Zand van Portugal
Een blind, huilend oog
In de mond van een zeeman
Van het fragiele zeilbootje
Die de pijnlijke melodie verliest
Zegt het de pijn van verlangens
Van de lippen die branden van kussen
Die de lucht kust, en verder niets
Die de lucht kust, en verder niets
Moeder, vaarwel. Vaarwel, Maria
Bewaar goed in je gevoel
Want hier doe ik je een belofte
Dat ik je ofwel naar de sacristie breng
Of was het God die gediend werd
Om me in de zee te begraven
Kijk, hoewel het een andere dag is
Toen de wind niet bewoog
En de lucht de zee verlengde
Aan de boeg van een andere zeilboot
Wachtte een andere zeeman
Die, verdrietig, zong
Die, verdrietig, zong