Kisetsu Wa Tsugitsugi Shindeiku
Amazarashi
Seizoenen Sterven Één Voor Één
Seizoenen sterven één voor één
De stemmen van de dood worden wind
De kleurrijke nacht in de stad, een verre man
De maan omhoog kijken is hier ongepast
In het leven dat vastzit in de modder
Smaakt de regen naar alcohol
Met apathische ogen dwaal ik door de stad
Bij het onschuldige station van gezamenlijke wantrouwen
Om mezelf te noemen is onzeker
Een doorschijnende schaduw leeft als de wind
Als ik zing in de regen, zal de lucht dan breken?
De levendige zomer is een bloeiende knop
Achtergrond, een afschuwelijke poëzie van de gebroken verbinding met het verleden
De slechtste dagen, de ergste dromen
Ik kan de teleurstelling niet weggooien
En hier wil ik leven
De kruisbestuivende bloem bloeit, een poëzie van verandering die jou bereikt
Verstrikt in lijden, klagend en treurig
Toch, in het onvermoeibare lied
Ook al schijnt de zon niet
Morgen sterven de blauwe handen één voor één, worden verleden
Haast je, wij, de dagen die branden zijn vluchtig
De betekenis van leven komt later
Om jij te zijn, is onzeker
Een onzekere ik wil jou misschien niet
Als ik tenminste zing, zal de duisternis dan verdwijnen?
Een leven dat is toevertrouwd aan een verstoorde droom
Achtergrond, een afschuwelijke poëzie van de gebroken verbinding met het verleden
De slechtste dagen, de ergste dromen
Ik kan de teleurstelling niet weggooien
En hier wil ik leven
De kruisbestuivende bloem bloeit, een poëzie van verandering die jou bereikt
Verstrikt in lijden, klagend en treurig
Toch, in het onvermoeibare lied
Ook al schijnt de zon niet
Met een vermoeide blik sleep ik mijn voeten
En kijk naar mijn gezicht in de weerkaatsende ondergang
Zal ik gaan of terugkomen? Ik twijfel
Maar na een tijdje begin ik weer te lopen
Ja, ik moet verder
Wat er ook gebeurt, ik moet leven
Wij zijn tenslotte een opgepikt leven
Ik laat het hier achter, zonder tranen
Achtergrond, nu huilend denkend aan het verleden, een poëzie van verlangen
De slechtste dagen, de ergste dromen
Als ik denk dat het het begin was
Is het behoorlijk ver weg
Want bloemen verwelken en keren terug in de cyclus van het leven
Verstrikt in lijden, klagend en treurig
Toch, in het onvermoeibare lied
Ook al schijnt de zon niet
Seizoenen komen weer tot leven.