Феникс
ANNA ASTI
Feniks
Samen met de oude rommel die ik niet nodig heb
Om vijf uur 's ochtends, geloof ik
Heb ik gebroken gevoelens weggebracht
Om niet weer gekwetst te worden
Daar waar alleen roet en roet was
Is nu een enorme leegte overgebleven
Ik heb alleen ingestemd om ervaring mee te nemen
Maar deze pijn laat ik niet bij mezelf
Ik ben te trots en ga niet terug
Ik ben te gekwetst, maar ik wil zo graag leven
Ik ben te sterk om te vallen en niet weer op te staan
Het is tijd om op te stijgen, dat is mijn stijl
Ik heb alles grondig schoongemaakt, en nu - de zaken
Je hebt me niet gebroken, ik heb nog dromen te dromen
Deze liefde heeft me uitgeput en tot het uiterste gedreven
Deze liefde bedekte me in een oogwenk, maar ebde weg
Ze zeiden tegen me: Domme, huil niet, huil niet
Hij schiet op je, en jij denkt aan liefde, aan liefde
Wat voor liefde is dat, hij voelt niets
Jouw ziel is als de zee, en die van hem ligt op het droge
En ik schreeuwde: Hoe kan hij zo zijn, verdomme?
In tranen schreef ik: Bel me en we praten
Ik ben als een feniks, die moe is om te smeken
Om weer tot leven te komen, moet je verbrand worden
En iemand in het volgende leven daarboven
Zal ons ineens van plaats verwisselen
En, belovend je mijn hart te geven
Zal ik je alleen een koude steen aanreiken
Jij zult 's nachts op de tegels liggen
Slaappillen slikken van de pijn
Jij zult me net zo liefhebben, dat is zeker
En me net zo zeker haten
Ik ben te moedig om van mijn pad af te wijken
Ik ben te trouw om iemand anders te lief te hebben
Ik ben te sterk om mezelf niet te redden
Vaarwel, het spijt me, want ik wil zo graag leven
Ik heb alles grondig schoongemaakt en wat maakt het uit
Je hebt me niet gebroken, ik heb nog dromen te dromen
Deze liefde heeft me uitgeput en tot het uiterste gedreven
Deze liefde bedekte me in een oogwenk, maar ebde weg
Ze zeiden tegen me: Domme, huil niet, huil niet
Hij schiet op je, en jij denkt aan liefde, aan liefde
Wat voor liefde is dat, hij voelt niets
Jouw ziel is als de zee, en die van hem ligt op het droge
En ik schreeuwde: Hoe kan hij zo zijn, verdomme?
In tranen schreef ik: Bel me en we praten
Ik ben als een feniks, die moe is om te smeken
Om weer tot leven te komen, moet je verbrand worden