À L'ombre Des Maris
Georges Brassens
In de schaduw van de echtgenoten
De draken van deugd nemen het niet kwalijk
Als ik de eer had gehad om te commanderen aan boord
Aan boord van de Titanic toen hij verging
Zou ik geroepen hebben: Eerst de overspelige vrouwen!
Gooi geen stenen naar de overspelige vrouw
Ik sta achter haar
Want om de wensen te vervullen, de brandende koorts te stillen
Van de arme eenzame, die niet van hout is
Geen enkele is te vergelijken met de ontrouwe echtgenote
Vrouwen van stationschefs, jullie zijn de bloemen van het bos
Gooi geen stenen naar de overspelige vrouw
Ik sta achter haar
Wat jullie betreft, heren, hou van wat je wilt
Wat mij betreft, heb ik op een dag begrepen
Dat een overspelige vrouw meer is dan een andere exquisite
Zoek ik mijn geluk in de schaduw van de echtgenoten
Gooi geen stenen naar de overspelige vrouw
Ik sta achter haar
In de schaduw van de echtgenoten, maar dat spreekt voor zich
Niet zomaar welke, ik selecteer en kies ze
Als mevrouw Dupont, toevallig, me aantrekt
Moet het ook zo zijn dat Dupont me bevalt!
Gooi geen stenen naar de overspelige vrouw
Ik sta achter haar
Het is goed dat de kerel een goede vent is
Anders, als ik me bedenkt, maak ik een grote sprongetje
Want ik ben kieskeurig en weiger te drinken
Uit het glas van een man die me niet aanstaat
Gooi geen stenen naar de overspelige vrouw
Ik sta achter haar
Mijn beginjaren zijn ver weg, toen ik nog onervaren was
Op vrouwen van agenten had ik mijn zinnen gezet
Ik was nog niet open voor esthetiek
Deze fout van smaak maak ik niet meer
Gooi geen stenen naar de overspelige vrouw
Ik sta achter haar
Ja, ik ben een pietluttige, maar ik vind
Dat de echtgenoot een complete gentleman moet zijn
Want uiteindelijk worden we beiden intiem
Door steeds het stokje aan elkaar door te geven
Gooi geen stenen naar de overspelige vrouw
Ik sta achter haar
Maar als je helaas op schandelijke echtgenoten stuit
Sommigen zijn zo beleefd, zo goed en zo warm
Dat, zelfs nadat ze gestopt zijn met van hun vrouw te houden
We nog steeds doen alsof, alleen voor hen
Gooi geen stenen naar de overspelige vrouw
Ik sta achter haar
Dit is mijn geval de laatste tijd, ik ben verdrietig, ziek
Wanneer ik eer moet bewijzen aan een bepaalde trut
Maar, haar man en ik, dat zijn Oreste en Pylade
En om de vriend te behouden, vertroetel ik haar nog steeds
Gooi geen stenen naar de overspelige vrouw
Ik sta achter haar
Niet tevreden met me te kwetsen, bedriegt ze me
En op de dagen dat ik, woedend, alles wil afbreken
Roep ik: De maat is vol, het is tijd om te breken!
De man smeekt me: Nee, verlaat me niet!
Gooi geen stenen naar de overspelige vrouw
Ik sta achter haar
En ik blijf, en, samen, vleien we elkaar
Ik zeg tegen hem: U bent mijn favoriete hoer
Hij antwoordt dan: Tussen al mijn hoorns
Zijn die welke ik u verschuldigd ben, mijn beste, heilig
Gooi geen stenen naar de overspelige vrouw
Ik sta achter haar
En ik blijf, en soms, wanneer deze trut
Verblijft in het gezelschap van haar nieuwe minnaar
Dat de oppas weg is, de man aan het vissen
Ben ik het, arme ik! Die de kinderen op moet passen
Gooi geen stenen naar de overspelige vrouw