Lisboa Menina e Moça
Carlos do Carmo
Lissabon, Meisje en Vrouw
In het kasteel leun ik met mijn elleboog
In Alfama rust ik mijn blik
En zo ontrafel ik de draad
Van blauw en zee
Bij de Ribeira leun ik mijn hoofd
Op het kussen van de Tejo
Met snel geborduurde lakens
In de stof van een kus
Lissabon, meisje en vrouw, meisje
Van het licht dat mijn ogen zo puur zien
Jouw borsten zijn de heuvels, viswijf
De roep die me naar de deur brengt, tederheid
Stad met een geborduurd lichtpunt
Handdoek aan de zee uitgespreid
Lissabon, meisje en vrouw, geliefde
Stad, vrouw van mijn leven
Op het plein loop ik langs jou
Maar van de Graça zie ik je naakt
Wanneer een duif je aankijkt, glimlach je
Jij bent de vrouw van de straat
En in de hoogste wijk van de droom
Zet ik de fado die ik leerde verzinnen
Levensdrank en medronho
Die me laat zingen
Lissabon, meisje en vrouw, meisje
Van het licht dat mijn ogen zo puur zien
Jouw borsten zijn de heuvels, viswijf
De roep die me naar de deur brengt, tederheid
Stad met een geborduurd lichtpunt
Handdoek aan de zee uitgespreid
Lissabon, meisje en vrouw, geliefde
Stad, vrouw van mijn leven
Lissabon in mijn liefde, liggend
Stad door mijn handen ontkleed
Lissabon, meisje en vrouw, geliefde
Stad, vrouw van mijn leven