La bohème
Charles Aznavour
De bohéme
Ik praat je over een tijd
Die de jongeren van nu niet kunnen kennen
Montmartre, in die tijd hing zijn seringen tot onder onze ramen
En als het bescheiden onderkomen, dat ons als nest diende, niet veel voorstelde
Daar hebben we elkaar leren kennen, ik die hongerig schreeuwde en jij die naakt poseerde
De bohéme
De bohéme
Dat betekende
We zijn gelukkig
De bohéme
De bohéme
We aten maar om de dag
In de nabijgelegen cafés waren we met een paar die op de glorie wachtten
En hoewel we arm waren met een lege maag, bleven we erin geloven
En als een bistro ons voor een warme maaltijd een doek gaf
Reciteerden we gedichten, samengepakt rond de kachel, de winter vergetend
De bohéme
De bohéme
Dat betekende
Jij bent mooi
De bohéme
De bohéme
En we hadden allemaal geniaal talent
Vaak gebeurde het dat ik voor mijn schildersezel nachten wakker doorbracht
De tekening van de lijn van een borst, de ronding van een heup bijwerkend
En pas in de ochtend zaten we eindelijk voor een café-crème
Uitgeput, maar blij, moesten we elkaar liefhebben en het leven omarmen
De bohéme
De bohéme
Dat betekende we zijn twintig
De bohéme
De bohéme
En we leefden van de lucht van de tijd
Wat betreft de toevalligheden van de dagen, ga ik een rondje maken naar mijn oude adres
Ik herken de muren en de straten niet meer die mijn jeugd hebben gezien bovenaan een trap
Ik zoek de atelier, waarvan niets meer over is in zijn nieuwe decor
Montmartre lijkt treurig en de seringen zijn dood
De bohéme
De bohéme
We waren jong
We waren gek
De bohéme
De bohéme
Dat betekent helemaal niets meer.