Une Enfant
Charles Aznavour
Een Kind
Een kind, een kind van zestien jaar
Een kind van de lente
Liggend op de weg...
Ze woonde in zo'n buurt
Waar iedereen rijk is als de pest
Ze had haar ouders verlaten
Om een jongen te volgen, een bohemien
Die zo goed 'ik hou van je' kon zeggen
Het werd ontroerend
En hun twee zonnige harten
Vertrokken zonder adres achter te laten
Neem alleen hun jeugd mee
En de zoetheid van hun zonde
Een kind, een kind van zestien jaar
Een kind van de lente
Liggend op de weg...
Hun harten hadden geen seizoenen
En wilden geen gevangenis
Beiden leefden van dag tot dag
Nooit op dezelfde plek blijven
Hun harten hadden ruimte nodig
Om zo'n liefde te bevatten
Haar heden zoals haar toekomst
Was die prachtige liefde
Die haar wiegde als een lied
En haar ogen in de lucht deed verliezen
Een kind, een kind van zestien jaar
Een kind van de lente
Liggend op de weg...
Maar haar liefde was te groot
Te groot voor de ziel van een kind
Ze leefde alleen door haar hart
En haar hart creëerde een wereld
Maar God accepteert geen werelden
Waarvan Hij niet de Schepper is
Liefde was hun enige feestmaal
Hij verliet haar voor wat kruimels
Toen trok haar leven zich terug
En toen kende het kind de honger
Een kind, een kind van zestien jaar
Een kind van de lente
Liggend op de weg
...dood!...
Ahaaa...