Le Palais de Nos Chimères
Charles Aznavour
Het Paleis van Onze Dromen
We trouwden op een lentedag
Zonder priester, zonder gemeentehuis, zonder vrienden of familie
We waren hooguit met z'n tweeën nog maar twintig jaar
Maar een volwassen verlangen brandde in onze kinderharten
De liefde bevrijdde in een nacht onze harten
We waren omarmd, beschaamd van geluk
In onze vergrote ogen was er geen angst
Want de jeugd lacht als de kindertijd sterft
Het paleis van onze dromen
Hadden we gebouwd op de horizon
En we omringden de aarde
Zij en ik, als twee zwervers
Om te drinken uit de bron
Van de liefde, die eeuwige lente
We deelden de schuim
Van het kasteel van de rozen des winds
Nu ben ik alleen, ik loop nog steeds
Maar als ik mijn laatste dag voel naderen
Op het graf waar mijn liefde al rust
Gelukkig zal ik me uitstrekken en sterven op mijn beurt
En onder hetzelfde kruis zullen onze twee lichamen slapen
Onze ogen zullen omrand zijn door dezelfde horizon
En uit dezelfde aarde zullen onze monden zich vullen
Wanneer onze zielen voor de eeuwigheid verenigen
Het paleis van onze dromen
Is ingestort met mijn illusies
En onder het gewicht van zijn stenen
Barst een zwervend hart
Mijn verleden dat me domineert
Duwt me om door alle tijden te zwerven
En te slapen tussen de ruïnes
Van het kasteel van de rozen des winds
Van het kasteel van de rozen des winds