Sous les ponts de Paris
Lucienne Delyle
Onder de bruggen van Parijs
Om naar Suresnes of Charenton te gaan
Langs de Seine passeren we onder de bruggen
Tijdens de dag, de stroom volgend
Vaart heel Parijs voorbij met de boot,
Het hart vol vreugde, het gaat en het komt,
Maar 's avonds, als alles rustig slaapt...
Onder de bruggen van Parijs, als de nacht valt,
Sluipen allerlei bedelaars stiekem binnen
En zijn blij een plekje te vinden om te slapen,
Hotel van de tochtige lucht, waar je niet veel betaalt,
De geur en het water zijn voor niets, mijn markies
Onder de bruggen van Parijs.
Bij de uitgang van de fabriek, ontmoet Julot Nini
Hoe gaat het, roestbruine, het is feest vandaag.
Neem deze bos, een paar takjes lelietje-van-dalen
Het is niet veel, maar het is al mijn fortuin,
Kom met me mee; ik ken de plek
Waar je niet eens bang hoeft te zijn voor het maanlicht.
Onder de bruggen van Parijs, als de nacht valt
Omdat hij zich geen kamertje kan veroorloven,
Komt een gelukkig stel stiekem van elkaar houden,
En met de ogen in de ogen, dromen ze weg,
Julot deelt de kussen van Nini
Onder de bruggen van Parijs.
Verscheurd door de ellende, verdreven uit haar huis,
Zien we een arme moeder met haar drie kleintjes.
Op hun pad, zonder vuur of brood
Zullen ze hun vreselijke lot ondergaan.
Binnenkort zegt de moeder, als de nacht valt,
Eindelijk gaan mijn kinderen slapen.
Onder de bruggen van Parijs, als de nacht valt
Komen ze daar slapen, dicht bij de Seine
In hun slaap zullen ze hun verdriet vergeten
Als we een beetje zouden helpen, alle echte armen
Geen zelfmoorden of misdaden meer in de nacht
Onder de bruggen van Parijs.