Madem

donker was je alleen in de nacht, witter dan de maan
toen ik je voor het eerst zag, zei ik
kan dit meisje alsjeblieft een beetje van mij zijn?
zei ik, dat kan misschien
vroeg ik, kan dat misschien?
jij zei, dat kan misschien
er waren jaloerse mensen, er waren verdrietige mensen, er waren mensen die gek werden
zei ik, dat kan misschien

oh, wat een schoonheid, meisje!
ik ben moe van het verbergen voor de ogen van anderen

als ze je zo graag wilden
hadden ze je niet zo moeten tonen
ik heb je eenmaal genomen, ik geef je niet terug
ik ben verliefd, ik ben gelukkig, ik geef niet op

als ze je zo graag wilden
hadden ze je niet zo moeten tonen
ik heb je eenmaal genomen, ik geef je niet terug
wat anderen ook zeggen, het kan me niets schelen! zal ik zeggen

zijn er mensen die je daar gezien hebben?
zijn er mensen die gehoord hebben dat je met hem bent?
wat er ook met ons is gebeurd, door jouw schoonheid
we konden niet ontsnappen aan de roddels van de mensen

oh, oh wat een schoonheid, meisje!
ik ben moe van het verbergen voor de tongen van anderen

als ze je zo graag wilden
hadden ze je niet zo moeten tonen
ik heb je eenmaal genomen, ik geef je niet terug
ik ben verliefd, ik ben gelukkig, ik geef niet op

als ze je zo graag wilden
hadden ze je niet zo moeten tonen
ik heb je eenmaal genomen, ik geef je niet terug
wat anderen ook zeggen, het kan me niets schelen! zal ik zeggen