L'Homme À La Moto
Édith Piaf
De Man Op De Motor
Hij droeg een broek, motorlaarzen
Een zwart leren jack met een adelaar op de rug
Zijn motor die wegschoot als een kanonskogel
Zaaide angst in de hele regio
Nooit waste hij zich, nooit deed hij een dutje
Zijn nagels vol met olie, maar op zijn biceps had hij
Een tatoeage met een blauw hart op zijn bleke huid
En net daarbinnen stond: "Mama, ik hou van je"
Hij had een vriendin, de naam was Marie-Lou
Men had medelijden met haar, een kind van zijn leeftijd
Want iedereen wist goed dat hij meer hield dan van alles
Van zijn motorhond, dat was zijn ware liefde
Hij droeg een broek, motorlaarzen
Een zwart leren jack met een adelaar op de rug
Zijn motor die wegschoot als een kanonskogel
Zaaide angst in de hele regio
Marie-Lou, het arme meisje, smeekte hem, vroeg hem
Zei: "Ga niet vanavond, ik ga huilen als je weggaat..."
Maar de woorden gingen verloren, haar tranen ook
In het geluid van de machine en de uitlaatpijp
Hij sprong als een duivel met vlammen in zijn ogen
Bij het spoor, het was als een bliksemflits
Tegen een locomotief die naar het zuiden raasde
En toen men de puinhoop opruimde
Vond men zijn broek, zijn motorlaarzen
Zijn zwart leren jack met een adelaar op de rug
Maar niets meer van de motor en niets meer van die demon
Die angst zaaide in de hele regio