Embrasse-moi

Het was in een wijk van de Lichtstad
Waar het altijd donker is, waar nooit lucht is
En de winter zoals de zomer, daar is het altijd winter
Zij was op de trap
Hij naast haar, zij naast hem
Het was nacht
En zij zei tegen hem
Hier is het donker
Er is geen lucht
De winter zoals de zomer, het is altijd winter
De zon van de goede God schijnt niet aan onze kant
Hij heeft veel te doen in de rijke wijken
Houd me vast in je armen
Omarm me
Omarm me lang
Omarm me
Later is het te laat
Ons leven is nu
Hier sterven we van alles
Van hitte, van kou
We bevriezen, we stikken
We hebben geen lucht
Als je stopt met me kussen
Lijkt het alsof ik stikkend doodga
Jij bent vijftien, ik ben vijftien
Samen zijn we dertig
Op dertig zijn we geen kinderen meer
We hebben het recht om te werken
We hebben het recht om te kussen
Later is het te laat
Ons leven is nu
Omarm me