Alzo Le Mani
Fabi, Silvestre e Gazzè
Ik hef mijn handen
Het geluid van de regen in de middag
De cicaden in juli op een camping
Het geluid van de veerboot die de haven binnenkomt
De remmen voor de klap
De sirene van de ambulance die nadert
Die je hoort in de oorlog als je omhoog kijkt
Het geschreeuw van de menigte in een stadion
Het geluid van het leven
Ik zal nooit zo spelen
Ik kan spelen, vermaken
De goede sfeer terugbrengen of laten huilen
Maar ik zal nooit zo spelen
Het is niet alleen iets anders
Het is een verloren strijd: Ik hef mijn handen
De telefoon die rinkelt als je hem verwacht
De vingers van mijn vader op zijn Olivetti
Het kanon van de Gianicolo om twaalf uur
Het slot, bij jouw terugkomst
De bel die de tram laat horen als hij vertrekt
Die in een oogwenk de klas leegt
De adem van een kind, zo licht
De stilte van de sneeuw
Ik zal nooit zo spelen
Ik kan spelen, vermaken
De goede sfeer terugbrengen of laten huilen
Maar ik zal nooit zo spelen
Het is niet alleen iets anders
Het is een verloren strijd: Ik hef mijn handen
En dan gebeurt het dat een geluid je raakt
Als een kristallen wind
Die zich vastklampt aan een waanzin
Gevangen in de stilstand als een zee
En zoals de herfstboom laat bladeren op het asfalt
Om zich tegen de muren op te hopen
Wie zich overgeeft, zonder slaap, zonder restanten
Zonder gezichten, die rij ademhalingen
Ik zal nooit zo spelen
Ik kan spelen, vermaken
De goede sfeer terugbrengen of laten huilen
Maar ik zal nooit zo spelen
Het is niet alleen iets anders
Het is een verloren strijd: Ik hef mijn handen