Vilja-Lied
Floor Jansen
Vilja-Lied
Er leefde eens een Vilja, een bosmeisje
Een jager zag haar in de rotsachtige steen
De jongen, die voelde zich zo vreemd van binnen
Hij keek en bleef maar kijken naar het bosmeisje
En een nooit gekende rilling
Vatte de jonge jager aan
Verlangend
Begon hij stil te zuchten
'Vilja, oh Vilja, jij bosmeisje
Neem me en laat me jouw hartstochtelijke zijn!
Vilja, oh Vilja, wat doe je me aan!
Bang smeekt een verliefde man
Het bosmeisje stak haar hand naar hem uit
En trok hem binnen in haar rotsachtige huis
De jongen was bijna zijn zinnen kwijt
Zo lief en zo zoent geen enkel aards kind!
Toen ze zich dan verzadigd hadden gekust
Verdween ze op hetzelfde moment
Nog één keer
Heeft de arme haar gegroet