Che notte!

Wat een nacht,
wat een nacht, die nacht!
Als ik eraan denk, voel ik
mijn botten gebroken.

Nou, die blonde
verwachtte me bij de Roxy Bar,
de vriendinnetje met de rondingen
van de baas Billy Kar.

Wat een mist,
wat een mist, die nacht!
Drie politieauto's
zochten naar me.

Maar voor een afspraak,
als er suiker te maken is,
wanneer het onderwerp bestaat,
jullie weten het, ik neem risico.

Ik ga, ik zie haar,
het is zij,
maar uit de mist
komen er nog zes bij.

Buck de Pest, Jack Bidone,
met de broers Bolivar,
terwijl, onder een lantaarn,
Billy Kar zich vermaakt.

Wat een klappen,
wat een klappen, die nacht!
Ik herinner me
zes gebroken kaken.

Ik heb een linker van een ton
en de rechter, zal ik je zeggen,
heeft er maar één zoals die,
maar ik heb hem KO geslagen.

Ik leg ze neer, ik tel ze,
het zijn er zes,
dan tel ik ze opnieuw,
want je weet maar nooit.

En ondertussen, die gekke
komt dichterbij en weet je wat ze doet?
Ze strijkt mijn stropdas glad
terwijl ze fluistert: "Gaan we?"

Wat een kussen,
wat een kussen die nacht!
Ik ben een stoere,
maar snel verliefd.

Ik heb me in de problemen gewerkt,
voor die platinum blonde,
denk eens aan, dat in één jaar
heeft ze me op de straat gebracht.

Ah, wat een mist!
Wat een klappen!
Wat een kussen!
Wat een verliefdheid!

Jongens,
wat een nacht, die nacht!