La Calunnia
Gioacchino Antonio Rossini
De Laster
De laster is een zuchtje
Een heel vriendelijk briesje
Dat onopgemerkt, subtiel
Lichtjes, zoetjes
Begint
Begint te fluisteren
Langzaam, langzaam
Aarde, aarde
Zachtjes
Flonkerend
Gaat stromen, gaat stromen
Gaat zoemen, gaat zoemen
In de oren van de mensen
Sluipt binnen
Sluipt binnen, sluw
En de hoofden en de hersenen
En de hoofden en de hersenen
Maakt duizelig, maakt duizelig
Maakt duizelig en doet opzwellen
Uit de mond naar buiten komend
De herrie gaat groeien
Krijgt beetje bij beetje kracht
Vliegt al van plek naar plek
Het lijkt op donder, de storm
Die in het hart van het bos
Fluitend, brommend
En je doet van angst bevriezen
Uiteindelijk barst het los en explodeert
Het verspreidt zich, het verdubbelt
En produceert een explosie
Als een kanonschot
Als een kanonschot
Een aardbeving, een storm
Een aardbeving, een storm
Een aardbeving, een storm
Die de lucht doet dreunen
Een aardbeving, een storm
Een aardbeving, een storm
Een aardbeving, een storm
Die de lucht doet dreunen
En de arme gelasterde
Vernederd, vertrapt
Onder het publieke gesel
Gaat door het lot ten onder
En de arme gelasterde
Vernederd, vertrapt
Onder het publieke gesel
Gaat door het lot ten onder
Onder het publieke gesel
Gaat door het lot ten onder
Onder het publieke gesel
Gaat door het lot ten onder
Gaat ten onder
Gaat ten onder