Generale
Francesco De Gregori
Generaal
Generaal, achter de heuvel
ligt de duistere en moordzuchtige nacht,
en midden op het veld staat een boerin,
gebogen over de zonsondergang lijkt ze een kind,
vijftig jaar oud met vijf kinderen,
gekomen op de wereld als konijnen,
vertrokken naar de wereld als soldaten
en nog niet teruggekeerd.
Generaal, achter het station
zie je de trein die naar de zon ging,
maakt geen stops meer, zelfs niet om te plassen,
we gaan recht naar huis zonder meer na te denken,
want de oorlog is mooi, ook al doet het pijn,
we zullen weer zingen
en ons laten beminnen, de liefde van de verpleegsters.
Generaal, de oorlog is voorbij,
de vijand is gevlucht, is verslagen, is verslagen,
achter de heuvel is er niemand meer,
alleen dennennaalden en stilte en paddenstoelen
lekker om te eten, goed om te drogen,
voor de saus als het Kerstmis is,
wanneer de kinderen huilen
en niet willen gaan slapen.
Generaal, deze vijf sterren,
deze vijf tranen op mijn huid
wat betekenen ze in het geluid van deze trein,
die half leeg en half vol is
en snel gaat richting terugkeer,
over twee minuten is het bijna dag,
het is bijna thuis, het is bijna liefde.