Compay Gato

Vaarwel, maatje kat
Hoe vaak heeft hij me gezegd
Die grote schoft
Oh, mijn maat
En ik ga hem vermoorden (waarom?)
Omdat hij me kat noemt

En hier is iets niet pluis
En nu ga ik het uitleggen

De kat jaagt de muis
De muis eet de kaas
De kaas komt van de melk
De melk komt van de koe
De koe heeft twee hoorns

Zie je
Oh, ik vermoord hem
Oh, oh, ik vermoord hem
Waarom?, waarom?, waarom?
Omdat hij me zegt (wat?, wat?)
Oh, dat zeg ik (ja, ja)
Oh, omdat hij me zegt (wat?, wat?)
Oh, dat zeg ik (ja, ja)

Oh, omdat hij me kat noemt (oh, ik ga hem vermoorden)
Mijn maatje (oh, ik ga hem vermoorden)
Hij respecteert me niet (oh, ik ga hem vermoorden)
En ik ga hem vermoorden (oh, ik ga hem vermoorden)
Ik ga hem vergiftigen (oh, ik ga hem vermoorden)
Mijn maatje (oh, ik ga hem vermoorden)
Mijn maatje (oh, ik ga hem vermoorden)

Als de hond klein is
Noemen ze hem puppy
Maar als hij groot is
Noemen ze hem hond
Als de geit klein is
Noemen ze hem geitje
Maar als hij groot is, zeg ik het? (zeg het)
Noemen ze hem

Oh, oh, ik vermoord hem
Oh, oh, ik vermoord hem
Waarom?, waarom?, waarom?
Omdat hij me zegt (wat?, wat?)
Oh, dat zeg ik (ja, ja)
Omdat hij me zegt (wat?, wat?)
Oh, dat zeg ik (ja, ja)

Oh, omdat hij me kat noemt (oh, ik ga hem vermoorden)
Mijn maatje (oh, ik ga hem vermoorden)
Ik ga hem vermoorden (oh, ik ga hem vermoorden)
Hij respecteert me niet meer (oh, ik ga hem vermoorden)
En ik ga hem wurgen (oh, ik ga hem vermoorden)
Nee, nee, nee, nee, nee (oh, ik ga hem vermoorden)
Nee, nee, nee, nee (oh, ik ga hem vermoorden)

Hé, mijn maatje (oh, ik ga hem vermoorden)
Hé, hoe zegt hij dat (oh, ik ga hem vermoorden)
Nee, nee, nee, nee (oh, ik ga hem vermoorden)
Nee, nee, nee, nee (oh, ik ga hem vermoorden)
Ehh, ik ga hem vermoorden (oh, ik ga hem vermoorden)
Ehh, ik ga hem vermoorden (oh, ik ga hem vermoorden)

De heer Zakje

Oh, hij noemde me kat (oh, ik ga hem vermoorden)
Die schoft (oh, ik ga hem vermoorden)
Die schoft (oh, ik ga hem vermoorden)
Ik ga hem vermoorden (oh, ik ga hem vermoorden)

Als de hond klein is
Noemen ze hem puppy
Maar als hij groot is
Noemen ze hem hond
Als de geit klein is
Noemen ze hem geitje
Maar als hij groot is, zeg ik het nu? (zeg het)
Noemen ze hem
Oh