Cantares
Joan Manuel Serrat
Zingen
Alles gaat voorbij en alles blijft
Maar wat wij doen is voorbijgaan
Voorbijgaan door wegen te maken
Wegen over de zee
Nooit heb ik de glorie nagestreefd
Of in het geheugen achter te laten
Van de mensen, mijn lied
Ik hou van de subtiele werelden
Licht en vriendelijk
Als zeepbellen
Ik vind het leuk om ze te zien kleuren
Van zon en scharlaken, vliegen
Onder de blauwe lucht, trillen
Plotseling en breken
Nooit heb ik de glorie nagestreefd
Wandelaar
Jouw voetsporen zijn de weg en niets meer
Wandelaar, er is geen weg
De weg ontstaat al wandelend
Al wandelend, ontstaat de weg
En als je terugkijkt
Zie je het pad dat nooit
Meer betreden zal worden
Wandelaar, er is geen weg
Behalve sporen op de zee
Een tijd geleden, op die plek
Waar vandaag de bossen zich in doornen hullen
Hoorde men de stem van een dichter schreeuwen
Wandelaar, er is geen weg
De weg ontstaat al wandelend
Klap voor klap, vers voor vers
De dichter stierf, ver van huis
Het stof van een buurland bedekt hem
Toen hij wegging, zagen ze hem huilen
Wandelaar, er is geen weg
De weg ontstaat al wandelend
Klappen voor klap, vers voor vers
Wanneer de distelvink niet kan zingen
Wanneer de dichter een pelgrim is
Wanneer bidden ons niets meer helpt
Wandelaar, er is geen weg
De weg ontstaat al wandelend
Klap voor klap, vers voor vers
Klap voor klap, vers voor vers
Klap voor klap, vers voor vers