La Luna
Jósean Log
De Maan
De Maan lachte
Want ze vond geen voeten
Aan onze fantasie
Van spel en naaktheid
De Maan wist niet
Dat alleen zo misschien
We ons konden vermaken
Met zoveel domheid
De Maan kleedde zich
Met de loop van de maand
In zoete melodieën
Van gezang en dronkenschap
De Maan voelde aan
Dat onze kleinheid
Op een dag haar zou doden
Met zoveel dwaasheid
Iedereen zou denken
Dat de Maan tenminste één keer
Haar andere kant zou tonen
Met de onderkant omhoog
De Maan wilde niet
Stoppen met verschijnen
Heel mooi verlicht
Tot de dageraad
De Maan glimlachte
Blij om te ontdekken
Dat ze voor altijd zou genieten
Van onze toekomst