Der Maulwurf
Kanonenfieber
De Mol
Als mijnwerker onder de grond gestuurd
Dacht ik, hier ben je beschermd tegen granaten, dat is goed
De driehonderdeerste mijnwerkerscompagnie
Vijftig meter boven ons heerst er frontmanie
We graven twaalf uur, twaalf uur om te rusten
Maar bij het gedreun kan ik geen oog dichtdoen, dat moet
Ik wacht tot de gang de granaat ontvangt
En als de vijand het niet doet, dan doe ik het zelf, heel frank!
Graven
En verder graven
Met mijn spade
De mol ziet geen licht
Graven
En verder graven
Altijd ondergronds
Tot de gang eindelijk instort
Vier mannen in de schacht vormen een ploeg
Eén die de klank met de spade opneemt, dat is de boeg
Eén houdt de zandzak omhoog
De andere twee brengen de rommel omhoog
Een carbidelamp geeft ons licht
Bovenop zwarte rook die in de borst steekt, dat is niet licht
Door zuurstofgebrek ben ik invalide en gek
Ik zweer, niet lang meer en ik schiet mezelf weg!
Graven
En verder graven
Met mijn spade
De mol ziet geen licht
Graven
En verder graven
Altijd ondergronds
Tot de gang eindelijk instort
Spade-steek
Na spade-steek
Alleen water en aarde, voor ons is er geen daglicht
Spade-steek
Na spade-steek
Open handen en knieën, ze plagen me, dat is niet fijn
Spade-steek
Na spade-steek
Al twee jaar elke dag twaalf uur aan de bak
Spade-steek
Na spade-steek
Weer een dag en ik word gek, dat is wat ik zeg
Ik adem de roet in en spuug 's ochtends zwart
Alsof ik in de oorlog niet genoeg zorgen heb, dat is hard
De constante luchtgebrek brengt ziekte in de geest
Dan gebeurt het dat in het donker menig gedachte ontspoort, dat is een feest
Het dreunt en het schudt
Een mijnontploffing
Slechts seconden later geeft de wand van de gang mee
Ik onderbreek voor het laatste de graafbeweging
En druk apathisch de nul-acht tegen mijn hoofd, dat is geen zegen
Graven
En verder graven
Met mijn spade
De mol ziet geen licht
Graven
En verder graven
Altijd ondergronds
Tot de gang eindelijk instort