Kaikou
Közi
Kaikou
De tranen van de doden in de spiegel zijn zwervende bloemblaadjes
Vergaan in het licht van de maan
Koude lippen, vingers die aanraken
Zelfs als ik het je laat zien, vervaagt het in de eeuwigheid
Een verdwaald hart, een zucht in de nacht
Leven opofferen, de vlam van de vergetelheid verlichten
De slaperige dromen snijden, het bloed stroomt
Als ik jou kan ontmoeten, stop ik de hartslag en verdwijn
Morgen zullen we elkaar weer ontmoeten, samen
Geloof, geloof
In de droom die ons roept, leven we
In deze wereld waar de sneeuw nu valt, zo wit
Zelfs jouw schaduw vervaagt in de nacht.