4/3/1943
Lucio Dalla
4/3/1943
Hij zei dat hij een knappe man was en kwam,
kwam van de zee
hij sprak een andere taal,
maar hij wist te beminnen
en op die dag nam hij mijn moeder
boven op een mooi grasveld
de zoetste tijd voordat hij werd vermoord.
Zo bleef zij alleen in de kamer,
de kamer aan de haven
met het enige jurkje dat elke dag korter werd
en hoewel ze de naam niet wist
en ook het land niet
wachtte ze op me als een liefdesgave vanaf de eerste maand.
Die dag werd mijn moeder 16 jaar
de tavernestrofen,
zong ze als een slaapliedje
en me vasthoudend aan haar borst die rook,
rook naar de zee
speelde ze de vrouw met de baby om te verschonen.
En misschien was het uit spel of misschien uit liefde
dat ze me wilde noemen zoals onze Heer
Van haar korte leven is het de grootste herinnering
het zit allemaal in deze naam
die ik met me meedraag.
En nog steeds nu ik kaarten speel
en wijn drink
voor de mensen van de haven
noem ik mezelf Jezus kind
en nog steeds nu ik kaarten speel
en wijn drink
voor de mensen van de haven
noem ik mezelf Jezus kind
en nog steeds nu ik kaarten speel
en wijn drink
voor de mensen van de haven
noem ik mezelf Jezus kind.