El Amor
Massiel
De liefde
De liefde is een straal van indirect licht
Een druppel van vrede, een geloof dat ontwaakt
Een zoem in de lucht, een punt in de mist
Een profiel, een schaduw, een pauze, een wacht
De liefde is een zachte, geruchten die naderen
Een bel in de verte, een lichte bries
Een stem in de stilte, een geur van munt
Een daarna, een misschien, een keer, een doel
De liefde ontspruit, tussen de lucht en de grond
En je kunt het voelen en er zijn die het zien
En het laat je ontwaken en denken aan hem
En het roept je zachtjes, streelt je huid
De liefde hypnotiseert je, laat je dromen
En je droomt en geeft toe en laat je meevoeren
En het beweegt je van binnen en laat je meer zijn
En het duwt je en kan je en neemt je mee
En plotseling tilt het je op, gooit je, verbrandt je
Het maakt licht in je ziel, maakt vuur in je aderen
En het laat je schreeuwen als je voelt dat je brandt
Het lost je op, verdampt je, vernietigt je, creëert je
En het laat je reizen, op de rand van de tijd
Terugstromend door de rivieren van duizend universums
En het brengt je naar de glorie en geeft je aan de aarde
En het kijkt naar je en ziet je en denkt en denkt
En plotseling is de liefde, het licht van een vlam
Die begint te doven en weggaat en dooft
Het is het kleine eiland verloren in de mist
Een druppel, een weet niet, een vlek, een grimlach
De liefde is het blad dat valt op de grond
Een punt in de zee, een mist die dikker wordt
Een gewicht in de ziel, een zon die verduistert
Een waarom, een volgens, een niet meer, een klacht
De liefde daalt af, trede voor trede
Met de handen gesloten en de stap moe
Het vraagt wie je bent, om je te laten weten
Dat het je nauwelijks kent, wat wil je van hem
De liefde maakt je belachelijk, lacht je uit
Terwijl jij stil blijft staan, niet weet wat te zeggen
En je wilt hem volgen en zeggen dat je niet wilt
Dat hij blijft, dat hij terugkomt, dat hij een fout maakt
En de liefde verstoort je grote ideeën
Het verwoest je, breekt je, splijt je, maakt je kapot
En het laat je zijn wie je niet wilt zijn
En het duwt je om slecht te zijn en laat je verrot
En het gooit je met je gezicht naar beneden, naar de laatste hel
Je ziel wordt je ontnomen, je lichaam wordt vertrapt
En je verdrinkt in verlangen, om weer naar niets te gaan
En plotseling stopt het en ziet het je en heeft het medelijden