La Bicyclette
Yves Montand
De Fiets
Wanneer we 's ochtends vertrokken
Wanneer we de paden op gingen
Op de fiets
We waren met een paar goede vrienden
Er was Fernand, er was Firmin
Er was Francis en Sébastien
En toen Paulette
We waren allemaal verliefd op haar
We voelden ons als op vleugels
Op de fiets
Op de kleine zandpaden
Hebben we vaak de hel meegemaakt
Om niet van de fiets te hoeven
Voor Paulette
Je moet zeggen dat ze er hart en ziel in stopte
Ze was de dochter van de postbode
Op de fiets
En sinds ze acht jaar was
Had ze, terwijl ze hem volgde
Alle omliggende paden
Op de fiets
Wanneer we de rivier naderden
Lieten we onze fietsen in de varens
Dan rolden we door de velden
En creëerden een veranderend boeket
Van sprinkhanen, van vlinders
En van kikkers
Wanneer de zon aan de horizon
Onze schaduwen op de struiken tekende
We kwamen moe maar blij terug
Met een hart dat toch een beetje vaag was
Omdat we niet even alleen waren
Met Paulette
Stiekem haar hand pakken
Even de vrienden vergeten
De fiets
We zeiden tegen elkaar, dat is voor morgen
Ik durf, ik durf morgen
Wanneer we de paden op gaan
Op de fiets