À Nous
Noé Preszow
Aan ons
Aan ons in de chaos maar met vastberadenheid
Aan ons die moeten bijten en aan ons in de haast
Aan ons niet trendy, aan ons in het decor
Aan ons die niet weten hoe we onze lichamen moeten houden
Aan ons in het universum, aan ons in de oneindigheid
Aan ons in het gebrek aan lucht, verbaasd dat we leven
Aan ons in het schrijven en aan ons zonder woorden
Aan ons in de doorhalingen en in de rugzak
Die dromen van bos, die dromen van rivier
Aan ons in de metro die het licht zoeken
Aan ons die prachtige verliezers achterna jagen
Aan ons in de illusie van een profetische weg
Aan ons die overstromen in het lachen en de tranen
Die niet rouwen om onze vurige dagen
Toen we 10 jaar oud waren met grote stappen
Trap, trap voor de eeuwigheid
We zullen duizend andere manen, duizend andere dagen voor morgen lopen
Voordat morgen ons de scherven van hoop afneemt die we vasthouden
Zullen we duizend andere duinen oversteken met onze tekortkomingen, onze misstappen
Met onze mistige zolen, wie we ook zijn
Aan ons die niet de arme of de gek spelen
Omdat we anderen zien zinken voor onze ogen
We kunnen een dak boven ons hoofd hebben en een touw om onze nek
We kunnen rechten hebben en op onze knieën lopen
Aan ons die met velen in de spiegel praten
Aan ons die dubbel zien, die zwart en wit zien
Aan ons de te beleefde die er niet minder om denken
Die de andere wang toekeren maar de vuisten ballen
Aan ons die overkomen als antipathiek
En vooral als idioten die het authentieke zoeken
Aan ons in de liedjes van veertig jaar geleden
Maar aan ons die voorwaarts loeren, voorwaarts, voorwaarts
Aan ons in de filmspoelen, in de grote kluns
In de ansichtkaarten en in de vreugdevuren
Aan ons die nooit onze waarheden zullen verkopen
Aan ons die zullen imploderen en dat kan niet lang meer duren
We zullen duizend andere manen, duizend andere dagen voor morgen lopen
Voordat morgen ons de scherven van hoop afneemt die we vasthouden
Zullen we duizend andere duinen oversteken met onze tekortkomingen, onze misstappen
Met onze mistige zolen, wie we ook zijn
Aan ons die vluchten waar het tevergeefs over televisie of winkels gaat
Aan ons die hier zijn en vallen zoals iedereen
In de val, in de netwerken, in de leegte en de overvloed
Maar die ons voorbereiden op wanneer het voorbij is
Wanneer we moeten praten en weer vrienden worden
Wanneer we alles en zijn tegendeel kunnen zeggen
Zonder dat het via een moederbord moet gaan
Wanneer we niet meer weten wie waarheen gaat
Weten wie wat waard is en wie zich niets van ons aantrekt
Aan ons zonder vlag, aan ons zonder etiket
Aan ons zonder goudstaven, aan ons zonder glitters
Aan ons in onze glazen water of in onze zwarte koffie
Die onze nachten niet verfraaien met tegenslag
Die niet proosten op de hippe pleinen
Die in de wind onze kwetsbaarheid fluiten
We zullen duizend andere manen, duizend andere dagen voor morgen lopen
Voordat morgen ons de scherven van hoop afneemt die we vasthouden
Zullen we duizend andere duinen oversteken met onze tekortkomingen, onze misstappen
Met onze mistige zolen
We zullen duizend andere manen, duizend andere dagen voor morgen lopen
Voordat morgen ons de scherven van hoop afneemt die we vasthouden
Zullen we duizend andere duinen oversteken met onze tekortkomingen, onze misstappen
Met onze mistige zolen, wie we ook zijn
Aan jullie aan de andere kant van de muur of de zee
In belegerde steden, het bloed en het stof
Aan jullie zonder woorden, aan jullie met een lege maag
In de vernedering, aan jullie met een stevig hart
Aan jullie achter de hekken onder de bombardementen
Aan jullie in de verdrinking, aan jullie de dissidenten
Aan jullie in de onrechtvaardigheid, aan jullie onder de sloten
Aan jullie dochters, aan jullie zonen, aan jullie, aan jullie, aan jullie