Anjos (Pra quem tem fé)
O Rappa
Engelen (Voor wie gelooft)
Ô Heer, ô Heer, ô Heer
Ô Heer, Heer, Heer, Heer, Heer, Heer
Ô Heer, ô Heer, ô Heer, ô Heer
Ô Heer, Heer, Heer, Heer, Heer, Heer
Op een plek, om te ontspannen
Zal ik vragen of de engelen voor mij zingen
Voor wie gelooft, het leven heeft nooit een einde
Geen einde, dat is het
Als je het advies niet hebt aangenomen, respecteer ik dat
Je hebt besloten om te volgen, met moed en kracht
Maar je begint in het nadeel als je geen geloof hebt
Als je geen geloof hebt
Ik laat je een fragment zien, een passage uit een oud boek
Om je te bewijzen en te laten zien dat het leven mooi is
Hard, vol lijden, behoeftig op elk continent
Maar fijn om te leven, waar dan ook, dat is het
Laat weer stralen
Laat weer stralen
Een wijn, een brood en een gebed
Een Maan en een Zon, jouw leven, deuren open
Op een plek, om te ontspannen
Zal ik vragen of de engelen voor mij zingen
Voor wie gelooft, het leven heeft nooit een einde
Geen einde
Op een plek, om te ontspannen
Zal ik vragen of de engelen voor mij zingen
Voor wie gelooft, het leven heeft nooit een einde
Ô Heer, ô Heer, ô Heer
Ô Heer, Heer, Heer, Heer, Heer, Heer
Ô Heer, ô Heer, ô Heer, ô Heer
Ô Heer, Heer, Heer, Heer, Heer, Heer
Ik laat je een fragment zien, een passage uit een oud boek
Om je te bewijzen en te laten zien dat het leven mooi is
Hard, vol lijden, behoeftig op elk continent
Maar fijn om te leven, waar dan ook
Ze kunnen zelfs schreeuwen, schreeuwen
Ze kunnen zelfs lawaai maken, dus, doen
Niemand zal je horen, als je geen geloof hebt
Niemand zal je meer zien
Kijk naar ons en zorg voor ons
Kijk naar ons en zorg voor ons
Kijk naar ons en zorg voor ons
Kijk naar ons en zorg voor ons
Voor jou kan het zijn
Op een plek, om te ontspannen (voor jou kan het zijn)
Zal ik vragen of de engelen voor mij zingen (voor jou kan het zijn)
Voor wie gelooft, het leven heeft nooit een einde (maar voor jou kan het zijn)
Voor jou kan het zijn (kan zijn, kan zijn) (ô)
(Voor jou kan het zijn)
(Nooit een einde) het geloof in de overwinning moet onwrikbaar zijn
(Nooit een einde) het geloof in de overwinning moet onwrikbaar zijn
Het geloof in de overwinning moet onwrikbaar zijn
(Nooit een einde) het geloof in de overwinning moet onwrikbaar zijn
Ô Heer, ô Heer, ô Heer, ô Heer, ô Heer, ô Heer
Ô Heer, Heer, Heer
Ô Heer (het geloof, geloof, geloof in de overwinning moet onwrikbaar zijn)
Op een plek, om te ontspannen
Zal ik vragen of de engelen voor mij zingen
Voor wie gelooft, het leven heeft nooit een einde, ô, einde (geloof, geloof, geloof)
Op een plek, om te ontspannen
Zal ik vragen of de engelen voor mij zingen
Voor wie, wie, gelooft, gelooft, het leven heeft nooit een einde
(Het geloof in de overwinning, het geloof, geloof, geloof in de overwinning)
(Het geloof, geloof, geloof in de overwinning moet onwrikbaar zijn)
(Het geloof in de overwinning moet onwrikbaar zijn)
(Het geloof in de overwinning moet onwrikbaar zijn)
(Het geloof in de overwinning, geloof, geloof, geloof in de overwinning moet onwrikbaar zijn)
(Onwrikbaar, onwrikbaar, onwrikbaar)
Voor jou, kan het zijn
Voor jou, kan het zijn
Voor jou, kan het zijn
Op een plek, om te ontspannen
Zal ik vragen of de engelen voor mij zingen
Voor wie gelooft, het leven heeft nooit een einde
Geen einde