O Sol e a Lua
Pequeno Cidadão
De Zon en de Maan
De Zon vroeg de Maan ten huwelijk
Zei dat hij al heel lang van haar hield
Sinds de tijd van de dinosaurussen
Pterodactylen, tyrannosaurussen
Toen er nog geen fiets was, geen Velotrol
Geen motorfiets
Maar de Maan vond het zo vreemd
Een hete bal die niet eens een bad neemt?
Stel je voor
Heb medelijden
Want mijn hart behoort aan niemand toe
Ik ben de inspiratie van alle stellen
Van de grote dichters tot de meest normale
Ga weg, jongen!
De Zon vroeg de Maan ten huwelijk
En de Maan zei: Ik weet het niet, ik weet het niet, ik weet het niet
Geef me wat tijd
De Zon vroeg de Maan ten huwelijk
En de Maan zei: Ik weet het niet, ik weet het niet, ik weet het niet
Geef me wat tijd
En 24 uur later, de Zon kwam op, de Maan ging onder, en
De Zon vroeg de Maan ten huwelijk
En de Maan zei: Ik weet het niet, ik weet het niet, ik weet het niet
Geef me wat tijd
En de Zon bevroor zijn hart
Maar de Ster van de Dag, met al zijn planeten
Kometen, asteroïden, Aarde, Mars, Venus, Neptunus en Uranus
Verliefd op haar, die hem minacht en laat wachten
Het gebeurt dat de Zon zich niet kon neerleggen
Hij vroeg de wind om hem te helpen
Maar de wind stopte niet eens
Want hij had geen tijd om te praten
De Zon, niet wetende wat te doen
Met zoveel liefde om te geven, begon te huilen
En te smelten, het begon te regenen en te natten
En te verduisteren
De Zon vroeg de Maan ten huwelijk
En de Maan zei: Ik weet het niet, ik weet het niet, ik weet het niet
Geef me wat tijd
De Zon vroeg de Maan ten huwelijk
En de Maan zei: Ik weet het niet, ik weet het niet, ik weet het niet
Geef me wat tijd
En 24 uur gingen voorbij, en weer
De Zon ging onder, de Maan kwam op
En opnieuw, en opnieuw, en opnieuw
De Zon vroeg de Maan ten huwelijk
En de Maan zei: Ik weet het niet, ik weet het niet, ik weet het niet
Geef me wat tijd
En de Zon bevroor zijn hart
Als de Maan je niet wil, is het goed
Je bent mooi, man
En je glans gaat veel verder
Op een dag vind je iemand
Die je zeker ook zal liefhebben