Deutschland
Rammstein
DUITSLAND
Jij (jij hebt, jij hebt, jij hebt, jij hebt)
Heb veel gehuild (gehuild, gehuild, gehuild, gehuild)
In geest gescheiden (gescheiden, gescheiden, gescheiden, gescheiden)
In hart verenigd (verenigd, verenigd, verenigd, verenigd)
Wij (wij zijn, wij zijn, wij zijn, wij zijn)
Zijn al heel lang samen (jullie zijn, jullie zijn, jullie zijn, jullie zijn)
Jouw adem koud (zo koud, zo koud, zo koud, zo koud)
Het hart in vlammen (zo heet, zo heet, zo heet, zo heet)
Jij (jij kunt, jij kunt, jij kunt, jij kunt)
Ik (ik weet, ik weet, ik weet, ik weet)
Wij (wij zijn, wij zijn, wij zijn, wij zijn)
Jullie (jullie blijven, jullie blijven, jullie blijven, jullie blijven)
Duitsland!
Mijn hart in vlammen
Wil je liefhebben en vervloeken
Duitsland!
Jouw adem koud
Zo jong, en toch zo oud
Duitsland!
Ik (jij hebt, jij hebt, jij hebt, jij hebt)
Ik wil je nooit verlaten (jij huilt, jij huilt, jij huilt, jij huilt)
Men kan je liefhebben (jij houdt van, jij houdt van, jij houdt van, jij houdt van)
En wil je haten (jij haat, jij haat, jij haat, jij haat)
Arrogant, superieur
Overnemen, overhandigen
Verrassen, overvallen
Duitsland, Duitsland boven alles
Duitsland!
Mijn hart in vlammen
Wil je liefhebben en vervloeken
Duitsland!
Jouw adem koud
Zo jong, en toch zo oud
Duitsland!
Jouw liefde
Is vloek en zegen
Duitsland!
Mijn liefde
Kan ik je niet geven
Duitsland!
Duitsland!
Jij
Ik
Wij
Jullie
Jij (overmacht, overbodig)
Ik (bovenmens, moe)
Wij (wie hoog stijgt, zal diep vallen)
Jullie (Duitsland, Duitsland boven alles)
Duitsland!
Jouw hart in vlammen
Wil je liefhebben en vervloeken
Duitsland!
Mijn adem koud
Zo jong, en toch zo oud
Duitsland!
Jouw liefde
Is vloek en zegen
Duitsland!
Mijn liefde
Kan ik je niet geven
Duitsland!