Irene
Rodrigo Amarante
Irene
Verdriet, ik heb je van honger gedood
En 's avonds, heb ik je begraven met de pijn
Als ik vandaag je naam niet meer weet
Je gezicht gaf me nooit rust
Een wonder zou zijn om niet te zien
In de liefde, die eeuwige bloem
Die opbloeit in de zwarte maan
Die verwelkt, maar nooit sterft
Waarheid, ik omringde je van een afstand
En 's avonds, leunde ik op de angst
Als ik gisteren je naam zong
De echo sterft niet vroeg
Een wonder zou zijn om niet te hebben
De liefde, dat korte rijm
Die de glans van de volle maan
Wekt uit een lichte slaap
Irene
Irene lacht