PIENSO EN TU MIRÁ (Cap.3: Celos)
ROSALÍA
IK DENK AAN JOUW BLIK (Hoofdstuk 3: Jaloezie)
Ik krijg angst als je naar buiten gaat
Met een glimlach op straat
Omdat iedereen kan zien
Die kuiltjes die je hebt
En de lucht als je voorbijloopt
Die je haar omhoog doet
En het goud dat je draagt
Dat om je nek hangt
En de hemel en de maan
Die je wilt bekijken
Zelfs het water dat je drinkt
Als het je lippen nat maakt
Ik denk aan jouw blik, jouw blik die steekt
Het is een kogel in mijn borst
Ik denk aan jouw blik, jouw blik die steekt
Het is een kogel in de—
Ik denk aan jouw blik, jouw blik die steekt
Het is een kogel in mijn borst
Ik denk aan jouw blik
Ik denk aan jouw blik
Ik krijg angst als je naar buiten gaat
Met een glimlach op straat
Omdat iedereen kan zien
Die kuiltjes die je hebt
Ik krijg angst als je naar buiten gaat
Met een glimlach op straat
Omdat iedereen kan zien
Die kuiltjes die je hebt
Zo mooi dat je dreigt
Als je zwijgt, maakt me dat bang
Zo koud als de sneeuw
Als het uit de lucht valt
Als je door de deur gaat
Denk ik dat je nooit terugkomt
En als ik je niet stevig vasthoud
Voel ik dat het mijn schuld zal zijn
Ik denk aan jouw blik, jouw blik die steekt
Het is een kogel in mijn borst
Ik denk aan jouw blik, jouw blik die steekt
Het is een kogel in de—
Ik denk aan jouw blik, jouw blik die steekt
Het is een kogel in mijn borst
Ik denk aan jouw blik, jouw blik die steekt
Het is een kogel in de—
Ik denk aan jouw blik, jouw blik die steekt
Het is een kogel in mijn borst
Ik denk aan jouw blik, jouw blik die steekt
Het is een kogel in de— (ik denk aan jouw blik)
Ik denk aan jouw blik, jouw blik die steekt
Het is een kogel in mijn borst
Ik denk aan jouw blik
Ik denk aan jouw blik (voor jou)
Ik krijg angst als je naar buiten gaat
Met een glimlach op straat
Omdat iedereen kan zien
Die kuiltjes die je hebt
Ik krijg angst als je naar buiten gaat
Met een glimlach op straat
Omdat iedereen kan zien
Die kuiltjes die je hebt
Hmm-hmm-hm
Hmm-hmm-hm