Desapariciones
Rubén Blades
Verdwijningen
Dat iemand me moet zeggen of hij mijn man heeft gezien
Vroeg de Doña
Hij heet Ernesto X, is veertig jaar
Werkt als bewaker bij een autodealer
Hij droeg een donkere shirt en lichte broek
Hij ging eergisteren weg en is niet teruggekomen, ik weet niet meer wat ik moet denken
Want dit is me eerder nooit overkomen
Ik ben al drie dagen mijn zus aan het zoeken
Ze heet Altagracia, net als oma
Ze ging van haar werk naar school
Ze droeg een spijkerbroek en een wit shirt
Het was niet de vriend. Die gast is thuis
Ze weten niets van haar bij de PSN, noch in het ziekenhuis
Dat iemand me moet zeggen of hij mijn zoon heeft gezien
Hij is student Geneeskunde
Hij heet Agustín en is een goede jongen
Soms is hij koppig als hij zijn mening geeft
Ze hebben hem opgepakt. Ik weet niet door welke kracht
Witte broek, gestreept shirt. Hij ging eergisteren voorbij
Clara, Clara, Clara, Clara Quiñones is de naam van mijn moeder
Zij is, zij is een ziel van God, ze bemoeit zich met niemand
En ze hebben haar meegenomen als getuige
Voor een zaak die alleen met mij te maken heeft
En ik ging me overgeven, vandaag in de middag
En nu zeggen ze dat ze niet weten wie haar heeft meegenomen, van het bureau
Gisteravond hoorde ik verschillende explosies
Boom, bam, boom, knal
Schoten van een shotgun en een revolver
Auto's die gassen, remmen, schreeuwen. Echo van laarzen op straat
Deurkloppen. Klachten. Voor Goden. Gebroken borden
Ze waren de soap aan het kijken, daarom keek niemand naar buiten
Waar gaan de vermisten heen?
Zoek in het water en in de struiken
En waarom verdwijnen ze?
Omdat we niet allemaal gelijk zijn
En wanneer komt de vermiste terug?
Elke keer dat ze door de gedachten worden gebracht
Hoe spreek je de vermiste aan?
Met de emotie die van binnen knijpt