ムダな君 (useless you)
Sodikken
Nutteloze Jij
Waarom; was je verborgen
Was je niet mooi?
Omdat je zoete geur had, werd de geit wakker
Waarom was ik bang voor die kleine tomaat?
Is tomaat niet lekkerder dan stof op het plafond?
Maki die met haar dochter liep, is verdwenen
De schat in mijn buik is geëxplodeerd
Je bent er niet
Je bent er niet
Wat overbleef was alleen maar glinsterend stof op de grond
Je bent er niet
Je bent er niet
Je is er niet
Als ik allerlei organen buiten laat zien, zou de lucht wel applaudisseren
Voordat de worm jouw huid aanvalt
Wat was dat?
Was het de wind?
Ik weet het niet
Versierd met een zilveren ster