Oyfn Veg Shteyt a Boym
Tzipi
Bij de Weg Staat een Boom
Bij de weg staat een boom,
Hij staat er kromgebogen,
Alle vogels van de boom
Zij zijn zich aan het verstoppen.
Drie naar het westen, drie naar het oosten,
En de rest - naar het zuiden,
En de boom laat alleen
Zichzelf over aan de storm.
Zeg ik tegen mijn moeder: - kijk,
Je moet me niet verdoemen,
Want ik, mama, eens en twee
Zal snel een vogel worden...
Ik zal zitten op de boom
En hem verwarmen
In de winter met een troost
Met een mooie melodie.
Zegt de moeder: - niet doen, kind -
En zij huilt met tranen -
Want ik zou misschien op de boom
Voor vreugde kunnen zijn.
Zeg ik: - mama, het is een schande
Jouw mooie ogen
En elke keer en elke keer,
Ben ik een vogel.
Huilt de moeder: - stil, kroon,
Zie, om Gods wil,
Neem jezelf met een beetje,
Kun je jezelf nog verzoenen.
De kou is om je heen,
Het is een scherpe winter
En de kou neemt ook mee -
Wat is er met mij en wat is er met de wind...
- En die winter-kwelling neem,
Je bent er, je hebt het,
Als je geen gast wilt zijn
Tussen alle doden...
Ik hef de vleugels, het is zwaar voor mij,
Te veel, te veel dingen,
Heeft de moeder gezegd
Haar vogeltje, de zwakke.
Kijk ik treurig naar binnen
In mijn moeders ogen,
Haar liefde heeft niet toegestaan
Dat ik een vogel word...
Bij de weg staat een boom,
Hij staat er kromgebogen,
Alle vogels van de boom
Zij zijn zich aan het verstoppen...