Alma Nua
Vander Lee
Ziel van de Mens
Ó, Vader
Laat niet toe dat ze van mij maken
Wat U van de steen hebt gemaakt
En dat het koude licht van de rede
Het blauw van de aura die me omhult niet dempt
Geef me lichtheid in mijn handen
Maak van mij een nobele temmer
Die akkoorden en verzen vastlegt
Verspreid in de tijd
Voor de tempel van de liefde
Want als ik naakt moet blijven
Zal ik me wikkelen in pure poëzie
En daarvan maak ik mijn huis, mijn vleugel
De waanzin van elke dag
Geef me de stilte van de nacht
Om de kikker de maan te horen versieren
Geef me recht op de zweep
Op de luiheid, op de liefde
Op het zwerven door de straat
Laat me de tijd verliezen
Om tijd te hebben om de rijm te vinden
De wereld van binnen naar buiten zien
En de schoonheid die van onder naar boven opbloeit
Ó mijn Vader, geef me het recht
Om dingen zonder betekenis te zeggen
Om niet perfect te hoeven zijn
Verleden, onderwerp, bepaald lidwoord
Om elke dag verliefd te worden
En jonger te zijn dan mijn zoon
Om met hem te leren
De magie van het nooit verliezen van de glans
De dobbelstenen van het lot te gooien
Om mezelf tegen te spreken, om geen doel te hebben
Me opnieuw uit te vinden, mijn eigen god te zijn
Als een jongen te leven, als een dichter te sterven