Thoughtcrime
ヨルシカ (Yorushika)
Gedachtenmisdaad
Kan jij, zo vriendelijk als je bent, deze gevoelens begrijpen?
Het voelt goed om iemand te vervloeken, daarom schreef ik een lied.
Het was mijn droom om ooit in het ochtendnieuws te komen,
Daarom gooi ik met een mes.
Het geluid van glas dat breekt, iets dat door haar haar snijdt.
Je weet ook dat de zonsondergang na een afscheid mooi is.
De zang van de kraai in de schemering,
Deze eenzaamheid verandert nu in geluid.
De schemering die op de herinnering valt,
Op de tenen, de wolken branden, het afscheid glipt uit mijn mond.
Ik wil erkend worden, ik wil liefhebben,
Is dit wat ze een droom noemen?
Laat het maar komen, ook al doe ik niets, vul me snel,
Kan jij, zo vriendelijk als je bent, deze slapende oren begrijpen?
Altijd op zoek naar een kans om iemand te kwetsen.
De klap van een bierfles op een lantaarnpaal, het geluid van een gebroken gitaar die ik gooi.
Al mijn spijt die niet terugkomt is mooi, dat zeg ik ook, ik begrijp het ook.
Getroffen door de regen van woorden,
Val ik in de winter terwijl ik de herfst betreur.
Achter de bergen van de lente stijgt weer een rookpluim op,
De zomerwind glijdt over mijn wangen.
Kan jij, zo vriendelijk als je bent, deze eenzaamheid begrijpen?
Ik wil niet dood, maar kan niet leven, daarom schrijf ik liedjes.
Ik denk dat beledigingen, teleurstellingen en afschuw ook interesse in mij zijn,
Ik schrijf liedjes die mensen kwetsen,
Ik schrijf zulke inhoudsloze liedjes.
Ik wil jouw woorden proeven,
Met lege handen vang ik ze op,
Op een dag zal mijn keel verfrist worden,
Terwijl ik wacht op dat moment.
De zang van de kraai in de schemering,
O eenzaamheid, verander nu in een lied.
Vaarwel, jij in de schemering,
Ik wacht nu op de nacht,
Morgen glipt het weer uit mijn mond.