Hegan
ZETAK
Vliegen
we waren een ramp
een oude kaart zonder noorden
jij naar mij en ik naar jou
een krabbeltje, een verstoorde lijn
op de bladen van de lucht
verloren woorden in de benedenwolk
maar
vliegen, dat deden we vliegen
van de Cantabrische zee naar de grenzen, vliegen
we waren pure chaos
twee kogels van veertig
op een verdorven pad
een akkoord, een mineur akkoord
dat niemand hoorde
een gewonde arend in de lucht
maar
vliegen, dat deden we vliegen
van de Cantabrische zee naar de grenzen, vliegen
en we lieten ons leiden door de wind
terwijl de storm op komst was
terwijl de storm op komst was
ogen dicht en een laatste omhelzing
terwijl we vielen
terwijl we vielen
vliegen, dat deden we vliegen
van de Cantabrische zee naar de grenzen, vliegen